Titus 1:7 De Heilige Schrift

Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker;

Previous Verse
« Titus 1:6 (NLD)
Next Verse
Titus 1:8 (NLD) »